zondag 10 november 2013

een paar dagjes weg naar Cartago, Valle Orosí, Lankaster Gardens en Jacó oftewel eens rustig weekend

We hadden onze rekeningen gemaakt. De maand oktober hadden we veel moois gedaan maar ook veel uitgegeven. Het was met andere woorden tijd voor een weekend met veel inhoud en weinig kosten. We doken in onze reisgidsen en we vroegen wat rond en wat er uit de bus kwam was dit: 3 totaal verschillende dagen. Vrijdag zouden we met de lokale bus naar Cartago reizen om de Basilica te bezoeken. Van daaruit zouden we een bus nemen naar de Valle Orosí om 's avonds terug te keren naar onze gastouders. Zaterdag zouden we dan weer een vroege bus nemen naar Jacó, een kuststadje aan de Stille Oceaan dat gekend is om de goede surfgolven. Gewoon voor één dag. En zondag zouden we 's middags op de Plaza de la Cultura afspreken om samen naar het Museo de los Niños te gaan.
We hadden dat goed bekeken op deze manier want we hebben ons geen moment verveeld maar door eens elke avond thuis te eten* en 's middags (en eventueel 's ochtends) een lunchpakketje te voorzien, was het een superbudgetvriendelijk weekend.

* eten en drinken is echt een duur aspect van het leven hier. Je kan goedkoop slapen, goedkoop reizen maar eten is gewoonweg duur. Een beetje raar als je weet dat er enorm veel binnenlandse productie is van groenten en ruit bijvoorbeeld. 

Dus vrijdag hebben we de bus genomen naar Cartago. Er is veel verkeer tussen Cartago en San Jose - de steden liggen op een dik half uur rijden van elkaar - omdat veel mensen voor hun woon-werkverkeer heen en weer reizen.
Cartago was de oorspronkelijke hoofdstad van het land en de oudste stad (gesticht in 1563). Het oude van de stad is sterk verloren gegaan door de uitbarsting van de nabijgelegen vulkaan in het jaar 1723 en de verschillende aardbevingen (1841 en 1910) omdat alles moest worden heropgebouwd. Het is daarom een vrij lelijke stad met een grauw uitzicht.
In de 19de eeuw heeft San Jose dan de status van hoofdstad overgenomen na de Slag bij Ochomogo (1823).

Ongeveer het enige mooie aan de stad is de zeer bekende Basilica de Nuestra Señora de los Ángeles. Het is ook een herbouwd gebouw maar het is wel indrukwekkend omwille van zijn grootte en het interieur is (zoals in vele kerken en kathedralen bij ons) rijkelijk versierd.

de Basilica de Nuestra Señora de los Ángeles

overal goud en zilver

en glasramen

Er is een legende aan de Basilica verbonden: Een Indiaans meisje genaamd Juana Pereira vond op 2 augustus 1635 een Mariabeeldje op een rots. Het beeldje werd tweemaal veilig opgeborgen maar telkens keerde het terug naar de oorspronkelijke vindplaats. Op deze plaats werd uiteindelijk besloten een basiliek te bouwen ter ere van de nationale berschermheilige, La Negrita.

De basiliek wordt druk bezocht en ook toen wij er waren legden mensen de weg naar het altaar steevast af op hun knieën, vaak al huilend. Mensen geloven hier nog zeer diep en ze hechten heel veel waarde aan de verhalen die verbonden zijn aan La Negrita.


Na ons bezoek aan de Basilica namen we de bus naar Valle Orosí. Het is een vallei (zoals de naam zegt) omzoomd door het Talamancagebergte. Het was ooit een koloniaal centrum en er zijn ruïnes te vinden van een 17de eeuwse koloniale kerk. Die hebben we (jammer genoeg) niet bezocht omdat Kathrin niet zo into geschiedenis is als ik.
We hebben wel de Iglesia de San José de Orosí bezocht. Een, in vergelijking met de Basilica, zeer bescheiden kerkje dat door zijn witte buitenkant heel scherp afsteekt tegen het groene van de vallei, zeker met de felle zon die het bijna doet reflecteren!

de koloniale Iglesia de San José de Orosí

een beetje bescheidener dan die van Cartago ...

We hebben ook een beetje rondgewandeld in het stadje zelf. Het stadje is eigenlijk niet veel meer dan één grote baan met een aantal zijstraatjes maar het straalde wel een enorme rust uit. Ik was er graag, het was er vredig en mooi.


Tijdens onze wandeling door het stadje zagen we dat het niet enkel in San José al volop kerstmis is (elke supermarkt verkoopt al een maand kerstbomen, kerstversiering, ... en overal klinkt kerstmuziek). Ook in kleine dorpen en steden maakt iedereen zich op voor het grote feest binnen anderhalve maand.
Het is natuurlijk wel grappig om kerstbomen te zien. Ze zijn dan wel allemaal nep, zo'n spar past toch niet in mijn beeld van een exotisch land als Costa Rica. Maar iedereen versiert lustig mee:

Christmas is in town

jaja, ook tussen de exotische planten staan 'echte' 
kerstbomen en de rendieren mogen ook in Costa Rica 

niet ontbreken!

En ja hoor: als er geen sneeuw valt moet je
een plastieken sneeuwman in je tuin zetten. 
Uiteraard :p

Na Valle Orosí zijn we nog de laatste uren van de namiddag gaan doorbrengen in Lankaster Gardens. We hadden het niet gepland ernaartoe te gaan maar we hadden er al veel goeds van gehoord.

de ingang van Lankester Gardens


De Lankaster Gardens (oftewel el Jardín Botánico Lankester) is eigendom van de Universidad de Costa Rica en wordt gebruikt om onderzoek te doen naar verschillende soorten inheemse planten. Er is een gigantische collectie orchideeën te vinden.


De huisbioloog van dienst (Jaime, naar eigen zeggen een Bijbelse naam) gaf ons meer uitleg. Orchideeën zijn epifyten: ze groeien op stammen en takken van andere bomen in het (regen)woud maar ze gebruiken hun gastheer enkel als steun, ze zijn dus geen parasieten. Omdat ze zelf maar heel weinig energie opnemen (ze groeien hoog maar ze hebben daarom ook minder voedingsstoffen van de bodem), zijn ze zeer zuinig met hun energie: ze produceren geen nectar maar ze verspreiden enkel een zeer sterke (lekkere) geur om insecten te lokken. Ze bedotten dus wel een beetje die arme beestjes want die krijgen helemaal niks terug voor het bevruchten van de orchideeën. Ze mogen wel van dichtbij genieten van de mooie/speciale kleuren en vormen van de bloemen natuurlijk. Verscheidenheid troef!

een orchidee met tijgerprint, ook in de plantenwereld 
gebruikt als manier er 'aantrekkelijker'uit te zien' ;)


in felle kleurtjes


een orchidee met kelk (en handjes)

nieuwe orchideetjes kweken

piep! een vlinder die graag onder de aandacht kwam

De terugweg ging gesmeerd. We konden een directe bus nemen vanop de grote weg bij Lankester Gardens, net zoals ik in gedachten had. Jammer genoeg was het vrijdag, en was het 5 u in de namiddag en alsof die twee zaken nog niet genoeg waren regende het pijpenstelen. Een superspits met andere woorden met als resultaat dat de busrit (die zonder al te veel verkeer een klein half uur duurt) anderhalf uur in beslag nam. Om half 7 was ik thuis en moe. Maar Cecilia had m'n eten opzij gehouden en het was weeral lekker: sopa de arroz (rijstsoep), tacos costarricenses (een typische stijl van taco's van hier) en plátanos maduros als dessert. Verwend word ik, dat weet ik ^^

Zaterdag naar het strand. En vroeg, dat was het plan, om zo veel mogelijk te doen in Jacó op één dag. We wilden dus de eerste directe bus nemen, die van 7 uur 's ochtends MAAR die was volzet dus de volgende dan maar. Wachten zijn we intussen gewoon, 'Costa Rican time' betekent geduld hebben (een beetje zoals ik kende in Afrika). Onze boterhammetjes voor het ontbijt hebben we dus in het busstation opgegeten. Gezellig was het niet maar ja, alles voor de goede zaak :)

Om half 9 hadden we onze bus en die ging veel sneller dan gedacht (wij hadden gedacht aan een reis van 2 uur à twee uur en half, afhankelijk van het verkeer). In anderhalf uur waren we in centrum Jacó. Niet dat het een grote plaats is. Alweer een grote baan met zijstraatjes. Maar alweer een rust uitstralend plaatsje in dit land.

Jacó is ook weer een totaal ander strand dan het strand van Manuel Antonio of dat van Tortuguero. Het zand is er heel donker en er mondt een riviertje uit op het strand. En het was er heel heet. We hebben eerst wat rondgewandeld, de buurt verkend, en we hebben er ook een activiteit gereserveerd om 's middags te gaan doen. We waren er maar één dag dus we wilden er het beste uithalen.

We hebben ons onder een palmboom gezet en er ons middageten opgegeten en Aquelina en Kathrin zijn de oceaan ingedoken. Ze hebben me verteld dat die enorm aangenaam warm was maar dat de golven wel hevig waren. Ik heb me met m'n boek op het strand geïnstalleerd en genoten van de rust en de kalmte.
Tijdens het lezen hoorde ik achter me een conversatie tussen een Costa Ricaanse man en een Mexicaanse vrouw. Ze waren aan het vergelijken hoe het strand, de oceaan en het klimaat was in hun beide landen. De Mexicaanse vrouw was toch meer te vinden voor het rustige, droge maar warme Mexicaanse strand dan voor de vochtigere hitte van Costa Rica en oceanen met grote golven en een sterke stroming.
Ik vond het kei-interessant hen bezig te horen en ik ben ergens ook wel heel blij dat ik ook alsmaar beter word in het begrijpen van echte (geen klaslokaalspaans, traag en makkelijk in essentie) conversaties. 

Jacó's strand, deze keer met rivier die erin uitmondt

We hadden voor 's middags een activiteit gepland. En wat voor één! Ik zag dat je er kon paardrijden en ik was meteen verkocht. Kathrin deed liever iets anders dus zij koos voor een rappeltour (aan touwen langs een waterval). Aquelina zag het ook wel zitten om te gaan paardrijden maar ze had het nog nooit gedaan dus ze wist niet wat ze kon verwachten. Ik was niet te houden van enthousiasme eindelijk nog een te kunnen paardrijden.

We werden opgehaald met een busje en naar een ranch gebracht waar we de tocht begonnen.
We hadden om te beginnen een fantastische gids: een bioloog die verantwoordelijk was voor een herbebossingsproject in de omgeving en dus honderduit kon vertellen over alle soorten planten en dieren die we tegenkwamen.

Ik kreeg Charles (of kortweg Charlie) als paard. Hij was echt heel leuk: hij luisterde heel snel en goed naar alles dat ik hem aangaf en hij was geneigd steeds vooruit te gaan. Aquelina kreeg Moro en de gids reed op Orejas (wat eigenlijk 'oren' betekent, zijn oortjes waren overgevoelig voor aanraking maar op elke ander plaats vond hij het helemaal niet erg aangeraakt te worden).

in m'n element: samen met Charlie op de foto ^^

We reden door de omgeving, door riviertjes, door het bos, over de heuvels, ... Ik genoot echt ten volle! En onze privébioloog legde ons uit wat de eigenschappen waren van verschillende medicinale planten en hoe de planten en dieren hier leefden. We hebben tijdens onze tocht ook voor het eerst een aantal dieren in het wild gezien: voorbijvliegende geelvleugelara's (dat zijn de rode grote papegaaien), een giftige kikker, een soort havik die sprinkhanen op het menu heeft staan en morpho's (grote vlinders die een schitterend, reflecterend blauwe binnenkant van de vleugels hebben maar er met hun vleugels toe zeer gewoontjes uitzien.

in het bos met Aquelina op de achtergrond

We hebben ook een bezoekje gebracht aan een waterval. De gids had onze camera's en hij heeft zich geamuseerd met het maken van foto's terwijl we sukkelen op de oever van het stroompje (het was zo glad ook!). 


'Willen jullie een foto voor de waterval?' zei de gids,
'Ja, natuurlijk!' zeiden wij.
het resultaat zie je hierboven, hieronder ...





... de making of :p

de paardjes genaamd Charlie (Ijeoma), Orejas (gids) 
en Moro (Aquelina) mochten even uitblazen toen wij 

de waterval bezochten


geloof je me als ik zeg dat ze heel mooi zijn?

en ja hoor, ook al een giftig kikkertje gespot

De dag was in mijn ogen MEER dan geslaagd! Ik had een zalig gevoel tijdens het paardrijden en het deed me beseffen hoe hard ik het had gemist. Ik moet dus zeker weer gaan paardrijden wanneer ik terug ben in België, geen twijfel mogelijk :)
Ik heb gelukkig nog een hele week paardrijden voor de boeg, helemaal op het einde van m'n reis hier, tijdens m'n laatste week.

Nu is het zondag en straks gaan we met een aantal mensen die ik hier ken (Aquelina, Kathrin, Veronique en Natalie) naar het Museo de los Niños in San José. Het bevindt zich in een voormalige gevangenis, dat museum en het schijnt echt de moeite te zijn. Ik ben benieuwd!

In ieder geval, tot gauw!

Adíos!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten