zaterdag 21 december 2013

Effe over de grens ...

Ik ben al 85 dagen weg en afgelopen week was de tijd aangebroken om m'n visa dat 90 dagen geldig was op 28 september te gaan hernieuwen. Illegaliteit is niet meteen hetgeen ik zocht aan het begin van m'n trip hierheen. We wilden zeker de Kerst- en nieuwjaarsperiode in onze families vieren omdat dat nu eenmaal veel gezelliger is en het toch ook om het familiegevoel gaat (zeker Kerst dan), besloten we deze week de grens over te steken en de verplichte 72 uur afuera te gaan doorbrengen op een eilandenarchipel van Panama: Bocas del Toro.

Na een hele reis - bus van San José naar Sixaola aan de grens met Panama, hele paperassengedoe aan de grens, minibus naar Changuinola en dan een taxiboot naar Isla Colón - van bijna 10 uur kwamen we aan in zowat de enige 'stad': Bocas del Toro (ook naam van de stad dus). Stad is veel gezegd maar je had er tenminste een geldautomaat en supermarktjes uitgebaat door Chinezen (een volk dat een imperium aan supermarkten blijkt te bezitten in Centraal Amerika denk ik :p).  


op de brug tussen Costa Rica en Panama
niet te veel naar beneden kijken, je kon echt door 
de houten balken in de rivier eronder vallen ...
oftewel: veiligheid aan de grens ;) 



Passport control
'Heb je wel een terugvlucht?' 

Want misschien wil je wel illegaal in het land blijven ...

Jeej! Ik mocht binnen en ben weer een stempel rijker!

De archipel is echt een beetje een wirwar van kleine en iets grotere eilandjes en ik moest zelf ook wel eens een kaartje bekijken want het was niet zo duidelijk:


Onze eerste dag was niet veel meer dan voor onszelf een beetje koken, wat gek doen en vooral goed slapen na onze lange reis. 

mmmm! pasta!

De volgende dag (dinsdag) hebben we een boottocht gemaakt. Eerst zijn we naar de Bahia de los Delfines gevaren om er - uiteraard - dolfijnen te gaan spotten. We hebben er twee (misschien drie) gezien en dat was natuurlijk enorm mooi. Het is niet gelukt er foto's van te nemen omdat ze zo snel zijn maar alles zit in m'n geheugen en da's het belangrijkste.
We zijn dan verder gevaren maar het begon superhard te regenen. De overdekte boot bleek niet echt lekvrij te zijn en we waren echt van top tot teen doorweekt. We waren al aan het dromen van warme chocomelkjes en een bed om de rest van de dag in te gaan liggen* maar toen we op de volgende bestemming aankwamen (het nationale park), stopte het met regenen en dankzij een (drooggebleven) handdoek en een wandeling op het eiland waren we weer opgewarmd.

* Stel je mij dus al maar voor in België eind januari, afziend van een temperatuursverschil van om en bij de 30°C ...



We zouden Kathrin, Aquelina en vooral Ijeoma niet zijn als we op een petieterig klein eiland niet zouden zijn verloren gelopen. Het pad stopte en we moesten het strand verder op. 






In plaats van links te gaan, zijn we naar rechts beginnen lopen en we hadden pas door dat dat misschien geen route meer was toen we zagen dat het uur al was aangebroken waarop de boot weer zou wegvaren. Wij in allerijl (en na een plaspauze in de bush) de hele weg teruggelopen. De boot was er nog en met wat vertraging door ons avontuur(tje), gingen we verder.
Het was tijd om te eten en na een heel groot bord spaghetti gingen we verder. Wat ik natuurlijk niet meer had voorzien was dat we zouden snorkelen. Ik heb met heel m'n buik vol moeten passen want dat zou echt niet goed zijn gekomen. Uiteindelijk bleek het te grijs weer te zijn om echt veel meer te zien dan een paar kwallen dus veel had ik blijkbaar niet gemist ^^

De volgende dag hebben we eerst een bezoek gebracht aan Playa Estrella. Daar kan je heel makkelijk kleurige zeesterren zien vanop het strand.
We hebben er ook een mooie wandeling naartoe gemaakt maar daar aangekomen moesten we jammer genoeg al gauw weer terug omdat het weer bakken water begon te gieten. 



van het leven genieten vanop je mama's rug ^^


Dan hebben we de overtocht gemaakt met de taxiboot naar Isla Bastimento, het grootste eiland van de archipel. Daar woont een grote zwarte gemeenschap die een mix van Spaans, Engels en Frans spreekt, wat een zeer grappig taaltje geeft.
We waren eerst, toen we pas aan waren gekomen, wel wat aangedaan omdat het er zo arm bleek te zijn. De mensen leven er van toerisme en als het een kalme periode is, is er amper of geen werk en dus ook geen inkomsten. Veel mensen hadden niks te doen maar toch was het er ook heel kleurrijk en de kinderen speelden en lachten in de ene straat die het dorpje rijk was.



We hadden wel een superhostel daar. Er waren hangmatten om in te relaxen, we hadden een prachtig uitzicht en we hadden vooral elkaar om gek mee te doen.

een kolibri!




oh ja, we hadden ook een buitenwacht van zwarte gieren ^^

Donderdag hebben we vooral doorgebracht aan de andere kant van het eiland. We zouden naar Red Frog Beach gaan, een strand waar je zeldzame giftige rode kikkers kan zien, maar die hebben we uiteindelijk nooit te zien gekregen. Er was blijkbaar ook gevaar voor killer waves:


Wel hadden we weer prachtige stranden en een superuitzicht.




En tot zo ver het zalige nietsdoen. Nu begon het echte avontuur:
Op een gegeven moment komen we een man tegen, een zwarte man met een grote zak op z'n rug, met achter hem twee Amerikanen die achter hem aan hollen. Al snelwandelend roept hij: 'Come with us to Polo Beach, I know the way'. Wij verbaasd maar ook blij met zo'n aanbod en wij erachteraan.
Amai mijn voeten! Letterlijk dan want we hebben ons best moeten doen hem bij te houden. 'I have to be fast, the ice is otherwise going to melt!' (hij had ijs in z'n zak voor alle duidelijkheid en bij +30°C was dat een issue).
De weg was geen weg, eerder een doorgang door de bush en vooral veel modder want op een gegeven moment zijn we alledrie vast komen te zitten zonder nog een stap voor of achteruit te kunnen zetten. Aquelina's slippers (merk op dat we volledig gekleed waren op een hiking tocht :p) moesten zelfs worden opgegraven toen.
Na zo'n half uur kwamen we op Polo Beach aan. Het is een stukje strand waar een zekere Polo woont. We kwamen dus aan bij zijn huisje op het strand waar hij bijna volledig zelfvoorzienend was, al vissend en jagend op konijnen. 
Intussen waren we al uitgenodigd voor de lunch bij Polo en we vonden het zalig te zien hoe hij alles bereide. Het was zo basic maar toch zo verzorgd. En we kregen van Umberto - want zo heette de man die ons erheen had gebracht - een vers geopende kokosnoot om onze dorst en honger al wat te stillen.

Umberto met de machete en onze kokosnoot

meneer Polo die een kokosnoot raspte voor zijn coconut rice

zijn vers gevangen en gekookte konijn

Polo aan het koken

Barbie was er ook, decoratief dan wel :)

En wij: moe van de tocht maar happy to be there!

Uiteindelijk konden we niet voor het eten blijven want onze bootman hadden we gevraagd ons om 2 uur 's middags op te halen en het eten zou nog even op zich laten wachten. Dat was al bij al wel jammer maar we hebben er een fijne tijd beleefd met die twee (soms wat gekke) mannen.

Terug aangekomen bij het hotel was het tijd voor het inpakken want we zouden voor de laatste volledige dag weer naar Isla Colón gaan.
Die avond zijn we in gesprek geraakt met Israëlische toeristen die ook in het hostel verbleven. Twee van de meisjes sliepen ook in onze kamer.
We hoorden dat ze allemaal verschillende maanden op reis waren doorheen Latijns Amerika na hun militaire dienst (mannen 3 jaar/vrouwen 2 jaar). Na een hele interessante babbel kwamen we ook te weten dat er een viering was voor het begin van de Shabat (zaterdag) de volgende avond. We waren uitgenodigd en we vonden het een superidee om zo een nieuwe cultuur en gemeenschap te leren kennen.

We hebben fietsen gehuurd die laatste dag. We hebben zo een stukje van het eiland kunnen verkennen maar na een goedgevulde week was ik blij om ook wat tijd te kunnen doorbrengen in de hangmat van het hotel om te kunnen lezen terwijl de anderen opnieuw een strand gingen bezoeken (ik had al wat veel strand gezien tegen die tijd en een hangmat ligt sowieso wel beter ^^). 


's Avonds zijn we naar de viering gegaan voor de Shabat. Eerst was er het gebed en dat was heel leuk om te kunnen zien. Het was een heel ongedwongen sfeer en tijdens het bidden werd er gezongen en gedanst.
Daarna was het tijd voor het eten. Al het eten was op voorhand (voor het begin van de Shabat, de rustdag) gemaakt omdat na het vallen van de avond geen arbeid meer mag worden verricht.
De lokalen zijn van een aantal Joden die hun huis openstellen voor iedereen die Joods/Israëlisch is maar ook voor anderen om het te leren kennen. Er waren wel 70 mensen die avond, waaronder ook vele niet-gelovige Israëli's en zelfs een homo die voor ons veel heeft vertaald omdat alles in het Hebreeuws te doen was.
Het eten  was echt superlekker: hummus, pesto, tomatensaus, slaatjes, aubergine, ... met vers brood om te beginnen. Wij dachten natuurlijk dat het alles was dus wij bleven graag opscheppen en verder proeven, tot bleek dat er nog hoofdgerecht en dessert zou volgen (oeps!). Het hoofdgerecht was rijst met gekruide gehaktballetjes in saus en alweer heel, heel lekker. En dan waren er nog brownies en popcorn om af te sluiten. Het enige dat we moesten bijdragen was $5 voor de ingrediënten zoals alle anderen en dat was niets voor die enorme hoeveelheid aan heerlijke zaken (mmm! Midden Oosterse keuken!).


We hebben echt puur door toevalligheden alweer zo veel beleefd deze week dat ik het eigenlijk soms zelf niet geloof dat ik het heb kúnnen meemaken maar da's het fijne aan reizen zonder echte plannen: je komt tegen wat je tegenkomt en je laat je verrassen :)

En dan bleef enkel de terugreis nog over. Eerst al m'n geldzaken eens nagekeken om te zien of ik had niet te veel had uitgegeven (dat bleek oké te zijn) en vroeg gaan slapen om weer de boot en de bus op te gaan.

.
misschien wat veel kleingeld ...

Het was een wondermooie week met veel nieuwe zaken. Dan heb ik nog niet eens gesproken over de twee mensen die ik onderweg tijdens de urenlange busrit heb ontmoet: Floria (Costa Rica) op de heenweg en Juan (Brazilië) op de terugweg. Alweer een uitnodiging voor een etentje bij haar thuis rijker en veel nieuws bijgeleerd over een land dat ik bij nader inzien ook eens zal moeten bezoeken in de nabije toekomst (maar niet tijdens de World Cup, heeft hij me op het hart gedrukt). 

Ik mag nog 89 dagen in Costa Rica blijven maar ik verzeker jullie dat je me eind januari terug mag verwachten. Niet dat ik niet langer wil blijven maar ik zie jullie ook graag weer in levende lijve terug!

Chao!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten